Kinderen zijn wel eens bang. Het ene soms, het andere regelmatig of zelfs vaak. Zeker als je kind erg gevoelig is, komt angst regelmatig om de hoek kijken. Hooggevoelige kinderen voelen veel en vaak ook intens. Als ze hun emoties herkennen en leren onderscheiden, kan hen dit helpen.


Angst voelen of bang zijn is helemaal niet erg. Het heeft zelfs een functie: het waarschuwt je voor eventuele gevaren. Wanneer je kind zelf last krijgt van zijn angst en deze angst niet meer in verhouding staat tot het daadwerkelijke gevaar (de angst is dan buitenproportioneel), is het natuurlijk wel erg.

Hoe kun je je kind helpen?

Benoemen en herkennen

Het is voor je kind waardevol om zijn angsten te herkennen. Je kunt hierbij helpen door angsten te benoemen. Door met je kind te praten over de angst, leert het woorden te geven aan wat hij of zij voelt.

Zeker voor hooggevoelige kinderen is dit belangrijk, want zij voelen vaak veel verschillende emoties. Van hen zelf en ook van de mensen om hen heen. Het benoemen van de angst en deze herkennen, geeft een gevoel van grip en vermindert het machteloze gevoel. Het kunnen benoemen en beschrijven van hun gevoelens, geeft ook mogelijkheden om sturing te geven aan gevoelens.

Accepteren

Als ouder help je je kind door te accepteren dat de angst er is. De angst ontkennen (“Je hoeft echt niet bang te zijn.” / “Doe niet zo gek, dat monster is er echt niet.”) gebeurt met de beste bedoelingen, maar helpt je kind niet. Accepteer en erken dat de angst er is en geef ook je kind mee dat het oké is dat het voelt wat het voelt.

Accepteren van de angst, betekent natuurlijk niet dat je het dan maar zo moet laten. Onderzoek samen waarom je kind bang is. Stel vragen, neem je kind serieus, toon oprechte interesse. Onderzoek ook samen wat het eraan kan doen, eventueel samen met jou. Dat houdt ook in dat je samen bedenkt hoe je de angst ruimte kan geven.

Grenzen en ruimte geven

Terwijl je je kind helpt met het herkennen en accepteren van zijn angst, help je hem óók door bepaald gedrag (als gevolg van zijn angst) te begrenzen. Als je kind emoties intens beleeft, kan het gedrag om uiting te geven aan de angst ook intens zijn. Spullen kapot maken, hard schreeuwen, slaan of trappen. Begrijpelijk als je bedenkt dat dit gedrag het gevolg is van intense emoties, maar dit gedrag helpt niemand. Oké op de korte termijn helpt het je kind een beetje, namelijk om zijn emotie te uiten. Maar op de lange termijn is het voor hem onhandig: het heeft sociale consequenties (hij schrikt zijn omgeving ermee af) en mogelijk ook fysieke of zelfs juridische. Je helpt je kind dus op de lange termijn door dit gedrag te begrenzen en niet goed te keuren.

Samen kun je alternatieven bedenken. Als de angst zich in fysiek heftig gedrag uit, kun je samen bedenken hoe hij of zij die fysieke behoefte op een andere manier kan vervullen. Bijvoorbeeld stampen op de grond, boksoefeningen doen, krassen op papier, kneden in (stress)balletjes of trampoline springen. Kiest de emotie geen fysieke uitweg, maar keert je kind zich juist naar binnen, gaat het piekeren, wordt het huilerig? Ook dan kun je samen alternatieve uitwegen bedenken. Bellenblazen, tekenen, schilderen, wandelen, kleien. Of soms heel letterlijk de angst uitzwaaien. Zo schrikt mijn zoontje regelmatig wakker van ‘een koe’ die in zijn kamer staat. Samen zwaaien we de koe dan uit en sturen we hem terug naar de kippen op de boerderij. Tot nu toe: 100% succes.  

Angst in tijden van corona

Hetgeen ik in deze blog schrijf, gaat in veel situaties op. Ook in de zeer uitzonderlijke situatie waarin we nu verkeren: die van corona. Zeker wanneer je kind extra gevoelig is, is deze situatie lastig. Opeens is alles anders dan het gewend is, het is onzeker, mensen in zijn omgeving ervaren ook onzekerheid en spanning en dat voelt je kind maar al te goed aan. Specifiek voor deze situatie/ periode is mijn advies ook: ontken de angst niet, praat erover en neem je kind met zijn angst serieus. Tegelijk is het belangrijk dat corona en de angsten eromheen je gezin niet beheersen. Beperk het bekijken/ lezen van nieuws tot 1 á 2 keer per dag via 1 á 2 bronnen die jullie vertrouwen. Focus op wat je zelf kan doen om risico’s te beperken (handen wassen, sociale contacten beperken, hoesten in elleboog). Kijk wat je kan doen voor een ander, waardoor je wereld en de link naar buiten open blijft. Blijf in beweging. Een wandeling in een rustige omgeving waarbij je goed aan de richtlijnen van het RIVM kan houden, touwtje of trampoline springen. Beweging maakt je hoofd leeg. Tenslotte, zorg dat je kind zich niet alleen blind staart op alle negatieve scenario’s van wat er zou kunnen gebeuren. Maak ook ruimte voor een optimistischer kijk (het merendeel van de mensen toont milde verschijnselen; misschien duurt het maanden, maar misschien ook korter; het zorgt voor veel zieke mensen, maar creëert ook verbinding tussen mensen).

Als kindercoach zie ik vaak kinderen met angsten. Wanneer je denkt dat het ook voor je kind fijn is hulp te krijgen van mij bij het leren omgaan met zijn angsten, mail of bel me dan. In de maand april organiseer ik mijn coaching door middel van videobellen en/ of wandelingen (met 1,5 meter onderlinge afstand).